Chevrolet Spark: Automatische versnellingsbak

Chevrolet Spark | Chevrolet Spark III (M300) Instructieboekje | Rijden en bediening | Automatische versnellingsbak

De automatische versnellingsbak is een elektronisch geregelde vierversnellingsbak.

De vierde versnelling is een overdrive.

Auto starten

  1. Na het opwarmen van de motor houdt u het rempedaal ingetrapt en zet u de keuzehendel in de stand R, D, 2 of 1.
  2. Zet de handrem los en haal de voet van het rempedaal.
  3. Trap het gaspedaal langzaam in om weg te rijden.
Voorzichtig Schakel niet tussen D (rijden) en R (achteruit) of P (parkeren) terwijl de auto in beweging is. Hierdoor raakt de transmissie beschadigd en ontstaat er persoonlijk letsel.

Keuzehendel

P (PARK): vergrendelt de voorwielen.

Selecteer P alleen als de auto stilstaat en de handrem is aangetrokken.

R (REVERSE): selecteer R alleen wanneer de auto stationair draait.

N (NEUTRAL): neutrale versnelling.

D: deze rijstand dient voor alle normale rijomstandigheden. Hiermee kan de versnellingsbak alle vier vooruitversnellingen inschakelen. De vierde versnelling is overdrive waarmee de motorsnelheid en het geluidsniveau wordt verminderd en meer brandstof wordt bespaard.

2: Hiermee kunt u de versnellingsbak van 1ste naar 2de versnelling schakelen en wordt automatisch schakelen naar 3de of 4de versnelling voorkomen.

Selecteer rijstand 2 voor meer vermogen bij het stijgen en voor het afremmen op de motor bij steile afdalingen.

1: Deze stand vergrendelt de versnellingsbak in eerste versnelling.

Selecteer 1 voor maximaal afremmen op de motor bij zeer steile afdalingen.

Voorzichtig Tijdens het schakelen geen gas geven.

Gas- en rempedaal nooit gelijktijdig bedienen.

Wanneer een versnelling is ingeschakeld en de rem wordt losgelaten, rijdt de auto langzaam weg.

Gebruik de stand P (parkeren) niet ter vervanging van de handrem.

Zet de motor af, trek de handrem aan, en verwijder de contactsleutel wanneer u het voertuig verlaat.

Laat het voertuig nooit zonder toezicht achter wanneer de motor draait.

Tussen versnellingen schakelen

Bij het bewegen tussen bepaalde versnellingen moet u op de ontgrendelknop aan de zijkant van de keuzehendel drukken.

Ga bij het schakelen te werk volgens de richtingen die door de pijlen worden aangegeven.

Druk op de ontgrendelknop om te schakelen. Pijlen geven schakelbewegingen aan waarbij je niet op de ontgrendelknop hoeft te drukken.

Trap het rempedaal in en druk op de ontgrendelknop om te schakelen.

Schakelbewegingen waarbij u de ontgrendelknop moet indrukken zijn met pijlen aangeduid.

Schakel vrijelijk.

Waarschuwing Let op de volgende voorzorgsmaatregelen om beschadigingen aan de transmissie te voorkomen: Trap het rempedaal niet in bij het schakelen van P of N naar R, D, 2 of 1.

Doet u dit wel, dan is het mogelijk dat niet alleen de transmissie wordt beschadigd, maar u kunt ook de controle over de auto verliezen.

Gebruik zoveel mogelijk stand D.

Schakel nooit over naar P of R terwijl de auto in beweging is.

Houd de auto bij het stoppen op een helling niet stil door het gaspedaal in te trappen. Gebruik de voetrem.

Trap het rempedaal in bij het overschakelen van P of N naar R of een vooruitversnelling.

Anders kan de transmissie beschadigd raken of het voertuig kan onverwacht gaan bewegen. Hierdoor kan de bestuurder de controle over de auto verliezen, met persoonlijk letsel of beschadigingen aan het voertuig of andere eigendommen tot gevolg.

Afremmen op de motor

Ga als volgt te werk om te profiteren van de remwerking van motorcompressie in een lange afdaling: Selecteer bij een automatische versnellingsbak zo nodig stand "2" of "1".

Afremmen op de motor werkt het best in rijstand "1". Bij het inschakelen van rijstand "1" bij een te hoog toerental blijft de versnellingsbak in de huidige versnelling staan totdat de auto langzamer rijdt.

Selecteer rijstand "2" voor gewoon afremmen op de motor. Selecteer "1" voor nog beter afremmen.

Let op Het gebruik van motorcompressie tijdens lange afdalingen in de bergen kan de levensduur van uw remmen verlengen.

Auto heen en weer schommelen

Het is alleen toegestaan de auto heen en weer te schommelen als de auto is vastgereden in zand, modder of sneeuw.

Beweeg de keuzehendel meermaals tussen stand D en R heen en weer.

Motor niet te hoge toeren laten maken en snel optrekken voorkomen.

Parkeren

Schakel na het afremmen met het rempedaal de stand P in, trek de hefboom stevig omhoog en trek de contactsleutel eruit.

Kickdown

Voor sneller optrekken het gaspedaal volledig intrappen en vasthouden. De versnellingsbak schakelt afhankelijk van het motortoerental naar een lagere versnelling.

Overdrive uit

De vierde versnelling van uw automatische versnellingsbak is een overdrive.

Druk op de overdrive-knop om de overdrivefunctie uit te schakelen. Het lampje O/D UIT bij de verklikkerlichtjes gaat AAN.

De functie O/D UIT is handig wanneer de versnellingsbak bij lang bergopwaarts rijden steeds onbedoeld de vierde versnelling inschakelt.

Let op Rijd onder normale omstandigheden met de overdrive-functie ingeschakeld voor een beter brandstofverbruik.

Storing

Bij een storing gaat de storingsindicatielamp of het waarschuwingslampje automatische versnellingsbak branden. De versnellingsbak schakelt niet langer automatisch of handmatig, omdat deze in een bepaalde versnelling geblokkeerd staat.

Oorzaak van de storing onmiddellijk door een werkplaats laten verhelpen.

Stroomonderbreking

Bij een stroomonderbreking kan de keuzehendel niet uit stand P worden gehaald.

Bij een lege accu hulpstartkabels gebruiken.

Is de accu niet de oorzaak van deze storing, ontgrendel dan de keuzehendel en verwijder de sleutel uit het contactslot.

Keuzehendel ontgrendelen Uw auto is uitgevoerd met een Brake- Transmission Shift Interlock (BTSI)- systeem. Om uit Parkeren (P) te schakelen moet het contact AAN zijn en moet u het rempedaal geheel intrappen.

Als u niet uit P kunt schakelen met het contact AAN en het rempedaal ingetrapt:

  1. Contact uitschakelen
  2. Houd het rempedaal ingetrapt en trek de handremhefboom aan.
  3. Open de kap.
  4. Steek zover mogelijk een schroevendraaier in de opening en haal de keuzehendel uit P. Start de motor en schakel een versnelling naar keuze in.

    Bij het opnieuw inschakelen van P zit de keuzehendel weer vast.

  5. Sluit de afdekking.
  6. Laat uw auto zo spoedig mogelijk repareren.

PLUS SIMILAIRE:

 Chevrolet Spark. Voorstoelen

Stoelpositie Waarschuwing Alleen met een correct ingestelde stoel rijden.  Met zitvlak zo ver mogelijk tegen de rugleuning zitten. De afstand tot de pedalen zo instellen dat de benen bij het intrappen van de pedalen licht gebogen zijn. De passagiersstoel voorin zover mogelijk

 Chevrolet Spark. Onderhoud

Luchtinlaat De luchtinlaat naar de motorruimte onder aan de voorkant van de voorruit moet voor voldoende luchttoevoer vrijgehouden worden. Bladeren, vuil of sneeuw verwijderen. Pollenfilter Luchtfilter van de passagiersruimte Het filter ontdoet de binnenkomende buitenlucht van stof, roet en spor