Chevrolet Spark: Antidiefstalbeveiliging
Diefstalalarmsysteem
Het diefstalalarmsysteem bewaakt:
- Portieren, achterklep, motorkap
- Contact
Activering

Direct door op de knop e te drukken.
Statuslampje
<Type 1>

<Type 2>

Het beveiligingslampje knippert ter indicatie dat het diefstalalarmsysteem werkt.
Het dooft bij het ontgrendelen van de portieren met de handzender.
Het licht op bij het vergrendelen van de portieren met de handzender.
Deactivering

Bij het ontgrendelen van de auto door op knop
te drukken of aan de
portierhandgreep te trekken wordt het
diefstalalarmsysteem gedeactiveerd.
Alarmgeluid
Wanneer een van de portieren, de achterklep of de motorkap wordt geopend zonder dat de ontgrendelingstoets op de zender wordt ingedrukt, geeft het systeem een alarm.
Druk op de ontgrendelings- of vergrendelingstoets op de zender om het geluid van het alarm te stoppen.
Anders stopt het alarm automatisch na 28 seconden en wordt het weer in de geactiveerde diefstalalarmmodus gezet. Als het systeem niet werkt zoals bovenstaand omschreven, laat het dan door uw erkende dealer nakijken.
Startbeveiliging
Controlelamp startonderbreker
<Type 1>

<Type 2>

Wanneer een ongeldige sleutel wordt gebruikt, knippert de controlelamp en kan de auto niet worden gestart.
Automatische portiervergrendeling
Wanneer het portier niet wordt geopend of de stand van de contactsleutel zich niet binnen 30 seconden na het ontgrendelen met de handzender in ACC of ON bevindt, worden alle portieren automatisch gesloten.
Startonderbreker
De startbeveiliging voorziet in een bijkomende antidiefstalbeveiliging van de auto waarin deze is geïnstalleerd en voorkomt dat de auto wordt gestart door personen die hiertoe niet bevoegd zijn. De geldige sleutel voor een auto die is uitgerust met een startbeveiliging is een contactsleutel met ingebouwde zender die elektronisch is gecodeerd. De zender is onzichtbaar in de contactsleutel geplaatst.
Alleen met sleutels met een geldige transpondercode kan de motor worden gestart.
Met ongeldige sleutels kunnen alleen de portieren worden geopend.
De startonderbreker treedt automatisch in werking als het contact in stand LOCK wordt gezet en de sleutel uit het contactslot wordt verwijderd.
Het controlelampje van de startbeveiliging geeft de volgende informatie:
- Als er een storing is in de startbeveiliging (inclusief de automatische sleutelinleermodus) wanneer de contactschakelaar in de stand ON of START staat, knippert het controlelampje van de startbeveiliging of gaat het vast branden.
- In sommige Europese landen wordt optioneel een bijkomende startbeveiliging gebruikt om de auto nog beter te beveiligen. Als de module door een nieuwe wordt vervangen, kan de auto niet worden gestart. Als de auto niet kan worden gestart of het controlelampje van de startbeveiliging knippert of vast brandt, dan moet u het systeem door een erkende werkplaats laten controleren.