Chevrolet Spark: Remmen

Chevrolet Spark | Chevrolet Spark III (M300) Instructieboekje | Rijden en bediening | Remmen

Het remsysteem omvat twee onafhankelijke remcircuits.

Wanneer een remcircuit uitvalt, kan de auto nog met het andere circuit worden afgeremd. De remvertraging wordt echter alleen bereikt wanneer u het rempedaal stevig intrapt. Hiervoor is aanzienlijk meer kracht nodig. De remweg wordt langer. Alvorens de reis te vervolgen, de hulp van een werkplaats inroepen.

Voorzichtig Als een van de circuits uitvalt, moet er meer kracht worden uitgeoefend om het rempedaal in te trappen. Ook kan de remweg langer zijn. Laat het remsysteem onmiddellijk door een werkplaats controleren en repareren. Wij adviseren u contact op te nemen met een erkende werkplaats.

Als het rempedaal verder dan normaal kan worden ingetrapt, kan er een reparatie aan het remsysteem nodig zijn.

Neem onmiddellijk contact op met een werkplaats. Wij adviseren u contact op te nemen met een erkende werkplaats.

 

Voorzichtig Haal uw voet tijdens het rijden van het rempedaal af. Doet u dit niet, dan zullen de onderdelen van de rem sneller verslijten. Ook kunnen de remmen oververhit raken, waardoor de remafstand langer wordt en er een onveilige situatie ontstaat.

 

Waarschuwing Nadat u door diep water hebt gereden, de auto hebt gewassen of de remmen tijdens het heuvelaf rijden veel hebt gebruikt, kunnen de remmen tijdelijk minder goed werken.

Dit kan het gevolg zijn van natte remonderdelen of oververhitting.

Als de remmen tijdelijk niet werken door oververhitting: Schakel bij het heuvelaf rijden over op een lagere versnelling. Trap het rempedaal niet continu in.

Als de remwerking is teruggelopen omdat de onderdelen van het remsysteem nat zijn geworden, kan de volgende procedure uitkomst bieden:

  1. Controleer of de weg achter u vrij is.
  2. Rijd met een veilige snelheid met voldoende ruimte achter u en opzij.
  3. Trap het rempedaal lichtjes in totdat de normale rem

Antiblokkeersysteem

Het antiblokkeerremsysteem (ABS) voorkomt dat de wielen blokkeren.

Zodra een wiel dreigt te blokkeren, regelt het ABS de remdruk af op het desbetreffende wiel. De auto blijft ook bij een noodstop bestuurbaar.

De ABS-regeling is merkbaar door het tikken van het rempedaal en door regelgeluiden.

Voor optimale remwerking het rempedaal tijdens het hele remproces volledig intrappen, ongeacht het tikken van het pedaal. De druk op het rempedaal niet verminderen.

Verminder niet de kracht waarmee u de voetrem ingedrukt houdt.

Als u de auto start na het inschakelen van het contact, kan er een mechanisch geluid klinken. Dit is normaal en geeft aan dat ABS bedrijfsgereed is.

Controlelamp .

Storing

Waarschuwing Bij een defect aan het ABS kunnen de wielen bij krachtig remmen de neiging hebben te blokkeren. De voordelen van het ABS vallen dan weg. De auto is bij een noodstop mogelijk niet meer bestuurbaar en kan uitbreken.

Oorzaak van de storing onmiddellijk door een werkplaats laten verhelpen.

Handrem

Handrem altijd zonder indrukken van de ontgrendelingsknop stevig aantrekken, op op- of aflopende hellingen altijd zo stevig mogelijk.

Om de handrem los te zetten, de handremhendel iets optillen, de ontgrendelingsknop indrukken en de hendel helemaal omlaagzetten.

Om minder kracht te hoeven uitoefenen bij het aantrekken van de handrem, tegelijkertijd het rempedaal intrappen.

Controlelamp 77.

Remassistentie

Bij het snel en krachtig intrappen van het rempedaal wordt automatisch met de maximale remkracht (noodstop) geremd.

De druk op het rempedaal niet verminderen, zolang er maximaal geremd moet worden. Bij het loslaten van het rempedaal wordt de remkracht automatisch verminderd.

PLUS SIMILAIRE:

 Chevrolet Spark. Persoonlijke instellingen

U kunt de auto aan uw persoonlijke wensen aanpassen door de instellingen in het informatiedisplay te wijzigen. Afhankelijk van het uitrustingsniveau, zijn sommige van de hieronder beschreven functies eventueel niet aanwezig. Druk op CONFIG terwijl het contact is AANgezet en het Infotainmentsys

 Chevrolet Spark. Brandstof

Brandstof voor benzinemotoren Alleen loodvrije brandstoffen gebruiken die voldoen aan EN 228. Gelijkwaardig genormeerde brandstoffen met een ethanolgehalte van max. 10% mogen ook worden gebruikt. Brandstof met het aanbevolen octaangetal gebruiken. Het gebruik van brandstof met een te laag octaang