Chevrolet Spark: Periodiek onderhoud
Serviceschema's
Onderhoud I: gebruik Onderhoud I voor de eerste onderhoudsbeurt of als
Onderhoud II eerder werd uitgevoerd.
Onderhoud II: gebruik Onderhoud II als
de vorige onderhoudsbeurt die werd uitgevoerd Onderhoud I was.


1) Bij rijden onder ruwe omstandigheden: korte afstandsritten, buitensporig
vrijlopen of rijden in stoffige omstandigheden is het mogelijk dat de motorolie
en filter vaker moeten worden vervangen.
2) Vloeistofverlies in elk
voertuigsysteem kan op een probleem duiden. Het systeem moet worden nagekeken en
gerepareerd en het vloeistofpeil moet worden gecontroleerd. Voeg indien nodig
vloeistof toe.
3) Als er regelmatig in stoffige omstandigheden wordt
gereden, moet de filter vaker worden nagekeken. Het is mogelijk dat de filter
vaker moet worden vervangen.
4) Voer een visuele controle uit van de
remleidingen en -slangen op verbuiging, lekken, barsten, kale plekken enz.
Controleer de remschijfblokken op slijtage en de schijven op de toestand van
het oppervlak. Controleer remtrommelleidingen/schoenen op slijtage of barsten.
Controleer andere remonderdelen, inclusief trommels, wielcilinders, klauwen,
handrem enz.
5) Voer een visuele controle uit van het ophangingssysteem
vooraan en achteraan en van het stuursysteem op beschadiging, loszittende of
ontbrekende onderdelen of sporen van slijtage. Controleer de
stuurbekrachtigingsonderdelen op verbuiging, barsten, kale plekken enz.
6)
Controleer de ruitenwisserbladen op slijtage, barsten of vervuiling. Reinig de
voorruit en de ruitenwisserbladen als deze vuil zijn. Vervang de versleten of
beschadigde ruitenwisserbladen.
7) Wanneer er onder barre omstandigheden
wordt gereden: rijden op heuvelachtig of bergachtig terrein of het vaak slepen
van een aanhangwagen is het mogelijk dat de remvloeistof vaker moet worden
vervangen.
8) Voer een visuele controle uit van de slangen en vervang deze
als ze gebarsten, gezwollen of in slechte staat zijn. Controleer alle leidingen,
aansluitingen en klemmen; vervang ze indien nodig met oorspronkelijke
onderdelen. Om zeker te zijn van een correcte werking wordt een druktest van het
koelsysteem en drukkap en het reinigen van de buitenkant van de radiator en
aircocondensator aanbevolen.
9) Zorg ervoor dat de controlelampjes van de
gordelverklikker en veiligheidsgordelgroepen correct werken. Controleer of er
andere losse of beschadigde onderdelen van het veiligheidsgordelsysteem zijn.
Als u iets opmerkt wat zou kunnen veroorzaken dat een veiligheidsgordel niet
correct werkt, moet u dit herstellen. Zorg ervoor dat gescheurde of
uitgerafelde veiligheidsgordels worden vervangen.
10) Smeer alle
slotcilinders, portierscharnieren en grendels, scharnieren en grendels van de
motorkap en scharnieren en grendels van de kofferbak. Er moet mogelijk vaker
gesmeerd worden bij blootstelling aan een corrosieve omgeving. Het met een
schone doek aanbrengen van siliconenvet op afdichtingen zorgt voor een
langere levensduur en zorgt ervoor dat ze beter afdichten en niet kleven of
piepen.
I: Controleer deze items en hun verwante onderdelen. Corrigeer, reinig, vul
bij, pas aan of vervang indien nodig.
R: Vervangen of verversen.
3) Als er regelmatig in stoffige omstandigheden wordt gereden, moet de filter
vaker worden nagekeken. Het is mogelijk dat de filter vaker moet worden
vervangen.
11) Als de riem vervangen is, moet deze worden gecontroleerd en
moet de spanning worden aangepast binnen 6 maanden, 5.000 km.
Algemene onderhoudsitems
| Item | Onderhoudswerkzaamheid |
| Alle | Controleer alle systemen op interferentie of verbuiging en op beschadigde of ontbrekende onderdelen. Vervang de onderdelen indien nodig. Vervang elk onderdeel dat overmatige slijtage vertoont. |
| Automatische versnellingsbak | Vervang de automatische transmissievloeistof en filter als het
voertuig vooral bestuurd wordt onder één of meer van deze
voorwaarden: In druk stadsverkeer waar de buitentemperatuur
regelmatig 32 °C of hoger is.
In heuvelachtige of bergachtige gebieden. Wanneer er vaak een aanhangwagen wordt gesleept. Gebruik zoals bij taxi's, politiewagens of besteldiensten. |
| Gordels | Voer een visuele inspectie uit om rafelen, overmatige barsten of
duidelijke schade vast te stellen.
Vervang de riem indien nodig. |
| Bandentoestand en bandenspanning | De conditie van de banden moet worden gecontroleerd voordat u gaat rijden en bandenspanning moet elke keer worden gecontroleerd wanneer u tankt of tenminste eenmaal per maand met behulp van een bandenspanningsmeter. |
| Wieluitlijning | Rouleer en balanceer indien nodig de wielen. |
Aanvullend onderhoud
Zware bedrijfsomstandigheden
Gebruiksomstandigheden worden als zwaar beschouwd wanneer u vaak te maken krijgt met een of meer van de onderstaande zaken:
- Herhaald rijden van korte afstanden van minder dan 10 km.
- Veelvuldig stationair draaien, veelvuldig rijden met lage snelheden in druk verkeer.
- Rijden op stoffige wegen.
- Rijden in bergachtige gebieden.
- Het trekken van een aanhanger.
- Rijden in druk stadsverkeer waar de buitentemperatuur regelmatig 32 °C of hoger is.
- Gebruik als taxi, politieauto of koeriersauto.
- Frequent gebruik bij temperaturen beneden het vriespunt.
Politievoertuigen, taxi's en rijschoolauto's worden eveneens gerangschikt als werkend in zware gebruiksomstandigheden.
In zware gebruiksomstandigheden moeten bepaalde reguliere servicewerkzaamheden vaker worden uitgevoerd dan de intervallen voorschrijven.
Technisch advies inwinnen omtrent de servicebehoeften op basis van de gebruiksomstandigheden van uw auto