Chevrolet Spark: Opbergen
Opbergruimten
| Waarschuwing Berg geen zware of scherpe objecten in de opbergruimten op. Anders kan de klep van de opbergruimte open gaan en kunnen de inzittenden bij krachtig remmen, plotseling afslaan of een ongeval letsel door rondslingerende voorwerpen oplopen. |
Opbergvak instrumentenpaneel
Bergvak onder het dashboard
Type 1

Type 2

Het bergvak wordt gebruikt voor kleine voorwerpen, enz.
Munthouder

Voor het opbergen van uw munten.
Handschoenenkastje

Om te openen aan de handgreep trekken.
| Waarschuwing Houd de klep van het dashboardkastje onderweg altijd dicht om de kans op letsel bij een ongeval of een noodstop terug te brengen. |
Bekerhouders
Type 1

Type 2


De bekerhouders bevinden zich in de frontconsole en in het achterste gedeelte van de middenconsole.
| Waarschuwing Plaats geen onbedekte bekers
met hete vloeistof in de bekerhouder terwijl het voertuig in beweging
is. Als de hete vloeistof wordt gemorst, kunt u brandwonden oplopen.
Mocht dit bij de bestuurder gebeuren, dan kan deze de controle over het voertuig verliezen. Om het risico van persoonlijk letsel in het geval van een noodstop of een botsing te verkleinen, dient u geen open of onbeveiligde flessen, glazen, blikjes enz. in de bekerhouder te plaatsen terwijl de auto rijdt. |
Zonnebrilhouder

Neerklappen en openen.
Geen zware voorwerpen in het opbergvakje leggen.
Bagageruimte
Achterste rugleuningen neerklappen
| Waarschuwing Stapel bagage niet hoger op dan
tot de bovenzijde van de voorstoelen.
Laat tijdens het rijden geen passagiers plaatsnemen op een neergeklapte rugleuning. Passagiers die geen gebruik maken van de veiligheidsgordels en losliggende bagage kunnen bij een plotselinge remactie of aanrijding door het interieur of uit de auto worden geslingerd. Dit kan ernstig of zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben. |
Om de achterbankleuning gescheiden neer te klappen:
- Trek aan de voorkant van de achterbankzitting om deze los te
maken.
Als uw auto is uitgerust met hoofdsteunen op de achterbank, dan moet u deze verwijderen.
- Zet de ontgrendelde achterbankzitting rechtop.
Let op Om voldoende ruimte te hebben voor de omgang met de achterbankzitting, schuift u de voorstoel naar voren en zet u de rugleuning van de voorstoel rechtop.


- Trek de ontgrendelingsknop aan de bovenkant van de achterbankrugleuning omhoog en kantel deze naar voren en omlaag.
- Stel de voorstoelen in de gewenste positie.
Om de rugleuning weer in de rechtopstand te plaatsen, tilt u hem op en duwt u de rugleuning stevig op zijn plaats.
Controleer of de veiligheidsgordels niet klem raken door de verankering.
Als u de zitting van de achterbank weer terug wilt plaatsen, zet dan de achterzijde van de zitting in zijn oorspronkelijke stand en zorg ervoor dat de lussen van de veiligheidsgordel niet gedraaid of onder de zitting geklemd zijn; druk vervolgens de voorzijde van de zitting stevig naar beneden tot deze vergrendelt.
| Voorzichtig Zet de veiligheidsgordel en
gespen tussen de rugleuning en één van de kussens bij het
terugklappen van de rugleuning van de achterbank.
Let erop dat de gordels en de gespen niet onder een achterbankkussen klem komen te zitten. Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet gedraaid of beklemd raken in de rugleuning en in hun juiste positie geplaatst zijn. |
| Waarschuwing Controleer of de rugleuningen
geheel teruggezet en vergrendeld zijn voordat u passagiers op de
achterbank vervoert.
Trek niet aan de ontgrendelknoppen van de achterbankleuning tijdens het rijden. Dit kan letsel of schade veroorzaken bij de passagiers achterin. |
| Voorzichtig Het omklappen van een achterbank
terwijl de veiligheidsgordels nog vergrendeld zijn, kan schade aan
de zitplaats of de veiligheidsgordels veroorzaken.
Altijd de veiligheidsgordels los maken en deze laten terugkeren naar de normale opbergpositie voordat u de achterbank omklapt. |
| Waarschuwing Laat passagiers nooit bovenop
de omgeklapte rugleuning van de achterbank zitten terwijl de auto
rijdt, omdat dit niet de juiste zitpositie is en er geen
veiligheidsgordels zijn die ze kunnen gebruiken.
Dit kan resulteren in ernstig of fataal letsel in het geval van een ongeval of een noodstop. Voorwerpen die bovenop een omgeklapte rugleuning worden geplaatst, mogen niet hoger zijn dan de bovenkant van de voorstoelen. De vracht kan tijdens plotselinge remacties naar voren schuiven en letsel of beschadigingen veroorzaken. |
Bagagenet
U kunt kleine voorwerpen met uw optionele bagagenet vervoeren.
Om het net te bevestigen, hangt u elke lus in de bovenste hoek van het net aan beide verankeringen van het achterpaneel
| Voorzichtig Het bagagenet is bedoeld voor kleine voorwerpen. Plaats geen zware voorwerpen in het bagagenet. |
Dakdragersysteem
Dakdrager
Om veiligheidsredenen en ter vermijding van dakschade adviseren wij het voor uw auto goedgekeurde dakdragersysteem te gebruiken.
Als u een voorwerp op het dak van uw auto wilt vervoeren dat langer of breder is dan de dakdrager, kan dit door de wind worden gevangen wanneer u aan het rijden bent. Hierdoor kunt u controle verliezen. Het voorwerp dat u vervoert kan met geweld van de dakdrager worden gerukt en dit kan ertoe leiden dat u of andere bestuurders een aanrijding hebben en het kan uiteraard uw auto beschadigen.
Vervoer nooit voorwerpen bovenop uw auto die langer of breder zijn dan de dakdrager.
De maximale belasting (inclusief het gewicht van de dakdragerstangen) voor de dakdragersrails is 50 kg in de auto. U mag het maximale laadvermogen niet overschrijden wanneer u de auto laadt.
Verwijder de roofrackstang of de bagage voor dat u de auto door de wasstraat rijdt, voor het geval er een roofrackstang of bagage op de roofrack is bevestigd.
Beladingsinformatie
- Zware voorwerpen in de bagageruimte tegen de rugleuningen leggen.
Controleren of de rugleuningen naar behoren zijn vergrendeld.
Bij stapelbare voorwerpen de zwaarste voorwerpen onderop leggen.
- Losse voorwerpen in de bagageruimte vastzetten om verschuiven tegen te gaan.
- Bij het vervoeren van voorwerpen in de bagageruimte mogen de rugleuningen van de achterbank niet schuin naar voren geklapt zijn.
- Bagage niet boven de rugleuningen laten uitsteken.
- Niets op de hoedenplank of op het instrumentenpaneel leggen en de sensor boven op het instrumentenpaneel niet afdekken.
- De bagage mag de bediening van pedalen, handrem, schakelhefboom en
de bewegingsvrijheid van de bestuurder niet belemmeren.
Geen losse voorwerpen in het interieur leggen.
- Niet met een geopende achterklep rijden.
- Het nuttig draagvermogen is het verschil tussen het maximaal
toelaatbare totaalgewicht van de auto (zie typeplaatje) en het
leeggewicht van de auto. Raadpleeg het hoofdstuk met de technische
gegevens voor details over het leeggewicht.
Het leeggewicht omvat ook het gewicht van de bestuurder (68 kg), de bagage (7 kg) en alle vloeistoffen (tank voor 90 % gevuld).
Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht.
- Rijden met daklading verhoogt de zijwindgevoeligheid van de auto en verslechtert het rijgedrag door het hogere zwaartepunt. Lading gelijkmatig verdelen en goed met spanbanden vastzetten. Bandenspanning en rijsnelheid aan de beladingstoestand aanpassen. Spanbanden regelmatig controleren en bijspannen.