Chevrolet Spark: Controle van de auto

Chevrolet Spark | Chevrolet Spark III (M300) Instructieboekje | Verzorging van de auto | Controle van de auto

Werkzaamheden uitvoeren

Waarschuwing Controles in de motorruimte alleen met uitgeschakelde ontsteking uitvoeren.

De koelventilator kan ook bij uitgeschakelde ontsteking gaan draaien.

 

Gevaar Het ontstekingssysteem werkt met een zeer hoge spanning. Niet aanraken.

Motorkap

Openen

Type 1

Type 2

1. Aan de ontgrendelingshendel trekken en in de uitgangspositie terugduwen.

2. Windhaak omhoogduwen en de motorkap openen.

Waarschuwing Alleen de schuimplastic bekleding van de windhaak aanraken, wanneer de motor heet is.

3. Trek de ondersteuningstang voorzichtig uit de houder. En zet hem vervolgens vast aan de linker zijhaak van de motorruimte.

Sluiten

Steun vóór het sluiten van de motorkap stevig in de houder duwen.

Motorkap laten zakken en in het slot laten vallen. Controleer of de motorkap vergrendeld is.

Waarschuwing Houd altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht: Trek de motorkap aan de voorzijde omhoog om te controleren of hij goed vergrendeld is voordat u wegrijdt.

Trek tijdens het rijden niet aan de ontgrendelhendel van de motorkap.

Verplaats de wagen niet terwijl de motorkap is geopend. Een geopende motorkap blokkeert het zicht van de bestuurder.

Rijden met een geopende motorkap kan leiden tot een aanrijding en daarmee tot (fataal) letsel en/of materiële schade.

Overzicht motorruimte

Benzinemotor


<Type 1>


<Type 2>

  1. Koelvloeistofreservoir
  2. Vuldop motorolie
  3. Remvloeistofreservoir
  4. Accu
  5. Zekeringenkastje
  6. Motorluchtfilter
  7. Peilstok motorolie
  8. Sproeiervloeistofreservoir
  9. Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof
  10. . Peilstok automatische-versnellingsbakolie

Motorolie

Wij raden u aan het motoroliepeil vóór elke lange rit handmatig te controleren.

Alleen op een vlakke ondergrond controleren. De motor moet op bedrijfstemperatuur zijn en minstens 5 minuten uitgeschakeld zijn geweest.

Oliepeilstok uittrekken, afvegen, tot aan de aanslag van de handgreep weer insteken, opnieuw uittrekken en het motoroliepeil aflezen.

Peilstok tot aan de aanslag van de handgreep insteken en een halve slag draaien.

 

Wanneer het motoroliepeil tot het merkje MIN is gedaald, dan motorolie bijvullen.

 

Wij raden u aan dezelfde soort olie te nemen als voor de laatste olieverversing is gebruikt.

De motorolie mag niet hoger staan dan het bovenste merkteken MAX op de peilstok.

 

De motorolievuldop bevindt zich op de kleppendeksel

Voorzichtig Een teveel aan motorolie moet worden afgetapt of afgezogen.

Vulhoeveelheden en viscositeit,.

Waarschuwing Motorolie is irriterend en kan bij inslikken ziekte of overlijden veroorzaken.

Uit de buurt van kinderen houden.

Vermijd herhaaldelijk of langdurig contact met de huid.

Was blootgestelde delen met zeep en water of een handreiniger.

Wees heel voorzichtig tijdens het aftappen van de motorolie, omdat deze heet genoeg kan zijn om u te branden!

Automatischeversnellingsbakolie

Houd de transmissieolie van de automatische versnellingsbak goed op peil om deze goed, efficiënt en duurzaam te laten werken. Te veel of te weinig olie kan problemen veroorzaken.

Controleer het oliepeil met een draaiende motor en de keuzehendel op P (Parkeren). De auto moet op bedrijfstemperatuur zijn en op een vlakke ondergrond staan.

De normale bedrijfstemperatuur voor de olie (70°C ~ 80°C) wordt bereikt na rijden.

Automatischeversnellingsbakoliepeil controleren

Ververs de automatische-versnellingsbakolie als bij inspectie blijkt dat de olie vervuild of verkleurd is.

Gebruik alleen de olie zoals vermeld in het olieoverzicht in deze handleiding.

Een lager oliepeil duidt op een lek in de automatische versnellingsbak.

Raadpleeg in dat geval een werkplaats om het probleem zo spoedig mogelijk te verhelpen. Wij raden uw erkende werkplaats aan.

Voorzichtig Let erop dat er geen vuil in de transmissievloeistof terecht komt.

Vervuilde vloeistof kan tot ernstige storingen in de automatische transmissie leiden, met dure reparaties tot gevolg.

  1. Start de motor.
  2. Laten warmdraaien totdat de temperatuur van de automatischeversnellingsbakolie ongeveer 70°C ~ 80°C is.
  3. Zet de keuzehendel van "P" in "1" en weer in "P". Wacht in elke stand enkele seconden totdat de betreffende versnellingen geheel ingeschakeld zijn.
  4. Peilstok eruit trekken en schoonvegen.
  5. Peilstok weer geheel erin steken.

    Voorkom nu aanraking met andere onderdelen.

  6. Peilstok weer eruit trekken.
  7. Controleren of de olie op de peilstok niet vervuild is.
Voorzichtig Steek de oliepeilstok weer helemaal in de buis. De peilstok mag geen andere onderdelen raken. 

  1. Oliepeil controleren. Olie moet zoals afgebeeld tussen de merkjes MIN en MAX op de peilstok staan.
  2. Bij een oliepeil onder MIN, ATF bijvullen totdat het peil op MAX staat. Niet meer dan MAX bijvullen.
Voorzichtig Bij een te hoog vloeistofpeil, wordt het vermogen lager.

Gebruik niet teveel automatischetransmissievloeistof.

Hierdoor kan de transmissie beschadigd worden. 

 

Motorluchtfilter

Type 1

 

  1. Maak de bevestigingsklemmen van het luchtfilterdeksel los en open de deksel.
  2. Vervang het luchtfilter.
  3. Bevestig de deksel met de bevestigingsklemmen.

Type 2

 

  1. Draai de schroeven los en til het deksel eraf.
  2. Inspecteer of vervang het motorluchtfilter.
  3. Zet het deksel er stevig op en draai de schroeven vast.
Voorzichtig De motor heeft schone lucht nodig om goed te kunnen werken.

Laat de motor niet draaien zonder dat het luchtfilterelement geplaatst is.

Rijden met het luchtfilterelement niet op de juiste manier geplaatst kan de motor beschadigen.

Koelvloeistof

In landen met een gematigd klimaat biedt de koelvloeistof antivriesbescherming tot ongeveer -35 °C.

In landen met een koud klimaat biedt de koelvloeistof antivriesbescherming tot ongeveer -50 °C.

Antivries in de juiste concentratie gebruiken.

Voorzichtig Alleen goedgekeurde antivries gebruiken.

Koelvloeistofpeil

Voorzichtig Een te laag koelvloeistofpeil kan motorschade veroorzaken.

 

Bij een koud koelsysteem moet de koelvloeistof boven de vulstreep staan. Bijvullen als het peil te laag is.

Waarschuwing Vóór het openen van de dop de motor laten afkoelen. Dop voorzichtig openen zodat de druk langzaam kan ontsnappen.

Bijvullen met een mengsel van gedestilleerd water en een type antivries dat goedgekeurd is voor de auto. Dop goed vastdraaien. Antivriesgehalte door een werkplaats laten controleren en oorzaak van het koelvloeistofverlies laten verhelpen.

Let op Indien het koelvloeistofpeil tot onder de MIN-lijnmarkering valt, vul de radiateur dan met een 50/50-antivriesmengsel van gedemineraliseerd water en antivries op fosfaatbasis.

Gebruik een mengsel van 40% water en 60% antivries om uw auto tegen extreem koud weer te beschermen.

Voorzichtig Leidingwater of een onjuist mengsel kan het koelsysteem beschadigen.

Gebruik geen leidingwater of antivries op alcohol- of methanolbasis in het koelsysteem.

De motor kan oververhit raken of zelfs in brand vliegen.

 

Voorzichtig Koelvloeistof kan gevaarlijk zijn.

Vermijd herhaaldelijk of langdurig contact met koelvloeistof.

Reinig uw huid en nagels met zeep en water of handreiniger na het contact met koelvloeistof.

Uit de buurt van kinderen houden.

Koelvloeistof kan de huid irriteren en kan bij inslikken ziekte of zelfs overlijden veroorzaken.

 

Voorzichtig Het is niet noodzakelijk vaker dan het voorgeschreven interval koelvloeistof bij te vullen.

Als u te vaak koelvloeistof moet bijvullen, kan het er op duiden dat de motor onderhoud nodig heeft.

Wij adviseren u contact op te nemen met een erkende werkplaats.

Stuurbekrachtigingsvloeistof

 

Dop losdraaien en verwijderen.

De stuurbekrachtigingsvloeistof moet tussen de merktekens MIN en MAX staan.

Bijvullen als het peil te laag is.

Voorzichtig Zeer kleine hoeveelheden vuildeeltjes kunnen schade aan de stuurinrichtingssysteem veroorzaken, waardoor het niet meer goed werkt. Voorkom dat vuildeeltjes in contact komen met de vloeistofzijde van de reservoirdop/peilstok of dat ze in het reservoir terechtkomen.

 

Voorzichtig Rijd niet met de auto zonder de voorgeschreven hoeveelheid stuurbekrachtigingsvloeistof.

Wanneer u dat wel doet, kan de stuurbekrachtiging van uw auto beschadigd raken, wat tot kostbare reparaties leidt.

 

Waarschuwing Het morsen van vloeistof kan brand of verkleuring van het lakwerk veroorzaken.

Vul het reservoir niet te vol.

Als de motor in brand vliegt, kan persoonlijk letsel of schade aan de auto en andere zaken ontstaan.

Sproeiervloeistof

 

Schoon water vermengd met een passende hoeveelheid sproeiervloeistof en antivries bijvullen. Voor de juiste mengverhouding het opschrift op het sproeiervloeistofreservoir raadplegen.

Voorzichtig Alleen sproeiervloeistof met voldoende antivries biedt voldoende bescherming bij lage temperaturen of een plotselinge daling van de temperatuur.

Bijvullen van het ruitensproeierreservoir:

Remvloeistof

Waarschuwing Remvloeistof is giftig en bijtend.

Contact met ogen, huid, textiel en lakwerk vermijden.

 

De remvloeistof moet tussen de merktekens MIN en MAX staan.

Bij het bijvullen schoon te werk gaan, omdat verontreinigde remvloeistof storingen in het remsysteem tot gevolg kan hebben. Oorzaak van het remvloeistofverlies door een werkplaats laten verhelpen.

Gebruik alleen remvloeistof die is goedgekeurd voor de auto, rem- en koppelingsvloeistof.

Voorzichtig Zorg ervoor dat het gebied rond de dop van het remvloeistofreservoir grondig gereinigd wordt voordat de dop wordt verwijderd.

Vervuiling van het remvloeistofsysteem kan de werking van het systeem beïnvloeden wat tot kostbare reparaties kan leiden.

Op de motor gemorste remvloeistof kan in brand vliegen.

Vul het reservoir niet te vol.

Als de motor in brand vliegt, kan persoonlijk letsel of schade aan de auto en andere zaken ontstaan.

 

Voorzichtig Door een remvloeistof met een lage kwaliteit te gebruiken, kan er corrosie ontstaan aan de interne onderdelen van het remsysteem, wat kan resulteren in een slechtere werking van het remsysteem, wat een veiligheidsprobleem is.

Gebruik altijd remvloeistof van hoge kwaliteit die goedgekeurd is voor uw automodel. Wij adviseren originele GM-remvloeistof.

 

Voorzichtig Gooi remvloeistof niet weg met het huishoudelijk afval.

Breng deze naar een gemeentelijk inzamelpunt voor chemisch afval.

Gebruikte remvloeistof en vloeistofblikken zijn gevaarlijk. Zij kunnen schadelijk zijn voor uw gezondheid en het milieu.

Remvloeistof is gevaarlijk en kan huid en ogen irriteren.

Laat geen remvloeistof op uw huid of in uw ogen komen. Gebeurt dit wel, was het betroffen gebied dan onmiddellijk af met water en zeep of handreiniger.

Accu

De auto beschikt over een lood-zuuraccu.

De accu van de auto is onderhoudsvrij als de accu tijdens de ritten voldoende wordt bijgeladen. Bij veelvuldige starts en korte ritten raakt de accu mogelijk ontladen. Vermijd het gebruik van onnodige elektrische verbruikers.

 

Accu's horen niet in het huisvuil thuis.

Ze moeten via speciale inzamelpunten gerecycled worden.

Wanneer de auto meer dan 4 weken achtereen stil staat, kan de accu ontladen raken. Poolklem van de minpool van de accu loskoppelen.

Accu van de auto alleen bij uitgeschakeld contact aansluiten en loskoppelen.

Waarschuwing Gloeiende materialen uit de buurt houden van de accu om ontploffing tegen te gaan. Bij een explosie van de accu kan schade aan de auto en ernstig of dodelijk letsel ontstaan.

Contact met ogen, huid, textiel en lakwerk vermijden. De vloeistof bevat zwavelzuur, dat bij direct contact persoonlijk letsel en schade aan de auto kan veroorzaken.

Bij huidcontact het getroffen gebied met water schoonwassen en onmiddellijk medische hulp inroepen.

Uit de buurt van kinderen houden.

Een geopende accu niet kantelen.

Ontlaadbeveiliging van accu.

Waarschuwingssticker

 

Betekenis van de symbolen:

Wisserblad vervangen

 

Wisserarm optillen. Ontgrendelingshendeltje indrukken en wisserblad loshaken.

Goed werkende voorruitenwissers zijn uitermate belangrijk voor een goed zicht en veilig rijden. Inspecteer de staat van de ruitenwisserbladen regelmatig. Vervang harde, verbrokkelde of gescheurde bladen of exemplaren die vuil op de voorruit achterlaten.

Vreemde stoffen op de voorruit of de wisserbladen kan de werking van de ruitenwissers nadelig beïnvloeden.

Als de balden niet goed wissen, reinigt u zowel de voorruit als de bladen met een goede reiniger of een mild schoonmaakmiddel. Spoel deze grondig met water af.

Procedure zo nodig herhalen. Het is lastig om siliconensporen van glas te verwijderen. Wrijf de voorruit van uw auto daarom nooit in met siliconenhoudende middelen om strepen en een slechter zicht voor de bestuurder te voorkomen.

Reinig ruitenwissers niet met oplosmiddelen, benzine, kerosine of verfverdunner.

Deze bijten en kunnen de bladen en het lakwerk beschadigen.

PLUS SIMILAIRE:

 Chevrolet Spark. Aanbevolen vloeistoffen, smeermiddelen en onderdelen

Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen Alleen producten gebruiken die getest en goedgekeurd zijn. Schade als gevolg van het gebruik van niet goedgekeurde materialen valt niet onder de garantie. Waarschuwing Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk en mogelijk giftig. Voorzichtig hanteren. In

 Chevrolet Spark. Klantinformatie

Registratie van voertuigdata en privacy Event Data Recorders (EDR) Gegevensopslagmodules in de auto Een groot aantal elektronische componenten van uw auto bevat gegevensopslagmodules die tijdelijk of permanent technische gegevens over de staat van de auto, voorvallen en fouten opslaan. In het alge